Overdenking bij Lied 275

´Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig´

Als je iets over God wil vertellen, dan heb je de taal van dichters nodig.

Het prachtige gedicht van Lied 275, dat Huub Oosterhuis schreef, vertelt over Gods ongeziene nabijheid. Het is haast mystieke taal. Het lijkt op de negatieve theologie zoals die bekend is van beroemde mystici. Zij probeerden iets over God te vertellen door te vertellen hoe God niet is. Ook in het gedicht van Huub Oosterhuis wordt verteld hoe God niet is: ´Hij is ongezien, Hij is niet ver voor wie Hem aanbidden, niet hoog en breed bij ons vandaan…, niemand heeft Hem ooit gezien´. Hoe zouden we als mens God kunnen doorgronden? Hij is te groot om te kunnen bevatten.

Mooi is dat Huub Oosterhuis het niet laat bij dichterlijke mystieke taal, maar ook heel concreet wordt: ´Gij zijt zo menselijk in ons midden. In de mensen wilt Gij wonen, met hart en ziel aan ons getrouwd. Wij geloven dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient. ´In zijn Zoon is God mens geworden, om naast ons te staan, ons te dienen. Hij ziet naar ons om in mensen, naasten, reisgenoten die op onze weg komen. ´Het woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond.´ (Joh.1)
De woorden van Lied 275 zijn troostend: ´God is onzegbaar ons nabij, Hij is in alles diep verscholen, gestadig met ons bezig, onder zijn vleugels rusten wij.´ Als een geheim dat ons leven doortrekt, ook op de moeilijke momenten. Als we veel verliezen, dan mogen we geloven, dat Hij ons draagt.

Klik op het plaatje hieronder om een uitvoering van lied 275 te horen